carry off
US /ˈkæri ɔf/
UK /ˈkæri ɔf/

1.
uitvoeren, tot een goed einde brengen
to succeed in doing something difficult
:
•
She managed to carry off the difficult role with great skill.
Ze slaagde erin de moeilijke rol met grote vaardigheid uit te voeren.
•
It was a risky plan, but they carried it off perfectly.
Het was een riskant plan, maar ze voerden het perfect uit.
2.
winnen, binnenhalen
to win a prize or competition
:
•
The team managed to carry off the championship despite early setbacks.
Het team slaagde erin het kampioenschap te winnen ondanks vroege tegenslagen.
•
He hoped to carry off the first prize in the art competition.
Hij hoopte de eerste prijs in de kunstwedstrijd te winnen.
3.
wegdragen, meenemen, wegblazen
to remove something by carrying it away
:
•
The strong winds threatened to carry off the roof of the old house.
De sterke wind dreigde het dak van het oude huis weg te blazen.
•
The thief tried to carry off the valuable painting.
De dief probeerde het waardevolle schilderij mee te nemen.