take away
US /ˈteɪk əˈweɪ/
UK /ˈteɪk əˈweɪ/

1.
wegnemen, meenemen, afhalen
to remove something from a place or person
:
•
Please take away your dirty dishes from the table.
Gelieve uw vuile vaat van tafel te halen.
•
The police took away the suspect for questioning.
De politie nam de verdachte mee voor verhoor.
2.
verminderen, wegnemen, verlichten
to reduce the amount or effect of something
:
•
The new policy will take away some of our benefits.
Het nieuwe beleid zal een deel van onze voordelen wegnemen.
•
The pain medication helped to take away the discomfort.
De pijnmedicatie hielp om het ongemak weg te nemen.
1.
afhaalmaaltijd, afhaaleten
food that is cooked and sold by a restaurant or store to be eaten elsewhere
:
•
Let's get some take away for dinner tonight.
Laten we vanavond wat afhaalmaaltijden halen voor het avondeten.
•
I prefer Chinese take away.
Ik geef de voorkeur aan Chinese afhaalmaaltijden.