Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord bud in het Nederlands

Wat betekent bud in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

bud

US /bʌd/
UK /bʌd/
"bud" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

knop

a compact knob-like growth on a plant that develops into a leaf, flower, or shoot

Voorbeeld:
•
The rose bush is full of new buds.
De rozenstruik zit vol met nieuwe knoppen.
•
The tree's buds are starting to open.
De knoppen van de boom beginnen open te gaan.
Synoniem:
sproutshootgermbloomblossom
2.

vriend, maatje

a friend or companion (informal)

Voorbeeld:
•
Hey, bud, how's it going?
Hé, vriend, hoe gaat het?
•
He's my best bud from college.
Hij is mijn beste vriend van de universiteit.
Synoniem:
palmatechumbuddyfriend

Werkwoord

1.

uitlopen, ontspruiten

to begin to grow or develop; to sprout

Voorbeeld:
•
The trees are starting to bud in spring.
De bomen beginnen te uitlopen in de lente.
•
New ideas often bud from unexpected conversations.
Nieuwe ideeën ontspruiten vaak uit onverwachte gesprekken.
Synoniem:
sproutgerminateblossomflowerbloom
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
taste bud