buddy
US /ˈbʌd.i/
UK /ˈbʌd.i/

1.
bevriend raken, samenwerken
to become friends with someone
:
•
He quickly buddied up with the new kids in class.
Hij sloeg snel een praatje met de nieuwe kinderen in de klas.
•
Let's buddy up for the project.
Laten we samenwerken voor het project.