friend
US /frend/
UK /frend/
1.
vriend, vriendin
a person whom one knows and with whom one has a bond of mutual affection, typically exclusive of sexual or family relations
:
•
She introduced me to her best friend.
Ze stelde me voor aan haar beste vriendin.
•
He made many new friends at college.
Hij maakte veel nieuwe vrienden op de universiteit.
2.
vriend, supporter
a person who supports a cause, organization, or group
:
•
She is a long-time friend of the library.
Zij is een oude vriend van de bibliotheek.
•
The charity relies on its friends for donations.
De liefdadigheidsinstelling is afhankelijk van haar vrienden voor donaties.
1.
vrienden, toevoegen als vriend
add (someone) to a list of contacts associated with a social networking site
:
•
She asked me to friend her on Facebook.
Ze vroeg me om haar te vrienden op Facebook.
•
I'll friend you later when I get home.
Ik zal je later vrienden als ik thuiskom.