Betekenis van het woord buckle in het Nederlands

Wat betekent buckle in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

buckle

US /ˈbʌk.əl/
UK /ˈbʌk.əl/
"buckle" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

gesp

a flat, typically rectangular, metal or plastic clasp or fastener, especially on a belt or strap

Voorbeeld:
He fastened the buckle of his belt.
Hij maakte de gesp van zijn riem vast.
The shoe has a decorative buckle on the front.
De schoen heeft een decoratieve gesp aan de voorkant.

Werkwoord

1.

gespen, vastmaken

fasten (a belt or strap) with a buckle

Voorbeeld:
Please buckle your seatbelt before we start driving.
Gelieve uw veiligheidsgordel te gespen voordat we beginnen te rijden.
She carefully buckled the straps of her backpack.
Ze gespte voorzichtig de riemen van haar rugzak vast.
2.

knikken, bezweken

bend or crumple under pressure; collapse

Voorbeeld:
The old bridge began to buckle under the weight of the heavy truck.
De oude brug begon te knikken onder het gewicht van de zware vrachtwagen.
His knees began to buckle from exhaustion.
Zijn knieën begonnen te knikken van uitputting.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: