break with
US /breɪk wɪð/
UK /breɪk wɪð/

1.
breken met, zich losmaken van
to end a relationship or association with someone or something
:
•
She decided to break with her old habits and start fresh.
Ze besloot haar oude gewoontes te doorbreken en opnieuw te beginnen.
•
The band decided to break with their record label.
De band besloot te breken met hun platenlabel.
2.
breken met, afwijken van
to deviate from a tradition, rule, or established pattern
:
•
The artist chose to break with conventional painting techniques.
De kunstenaar koos ervoor om te breken met conventionele schildertechnieken.
•
It's time to break with the past and embrace the future.
Het is tijd om te breken met het verleden en de toekomst te omarmen.