Betekenis van het woord bomb in het Nederlands
Wat betekent bomb in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
bomb
US /bɑːm/
UK /bɑːm/

Zelfstandig Naamwoord
1.
bom
a container filled with explosive, incendiary, or other destructive substance, designed to explode on impact or when detonated by a timing mechanism or remote control
Voorbeeld:
•
The police found a suspicious package that turned out to be a bomb.
De politie vond een verdacht pakket dat een bom bleek te zijn.
•
They defused the bomb just minutes before it was set to explode.
Ze ontmantelden de bom slechts enkele minuten voordat deze zou ontploffen.
2.
flop, mislukking
a complete failure
Voorbeeld:
•
The new movie was a complete bomb at the box office.
De nieuwe film was een complete flop aan de kassa.
•
His presentation was a total bomb; no one understood what he was trying to say.
Zijn presentatie was een complete flop; niemand begreep wat hij probeerde te zeggen.
Werkwoord
1.
bombarderen, bestoken
to attack with bombs
Voorbeeld:
•
The enemy planes began to bomb the city.
De vijandelijke vliegtuigen begonnen de stad te bombarderen.
•
They threatened to bomb the building if their demands were not met.
Ze dreigden het gebouw te bombarderen als hun eisen niet werden ingewilligd.
Leer dit woord op Lingoland