Betekenis van het woord fizzle in het Nederlands
Wat betekent fizzle in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
fizzle
US /ˈfɪz.əl/
UK /ˈfɪz.əl/

Werkwoord
1.
sissen, bruisen
make a sizzling or hissing sound
Voorbeeld:
•
The firework fizzled out instead of exploding.
Het vuurwerk siste uit in plaats van te exploderen.
•
The soda fizzled as I poured it into the glass.
De frisdrank siste toen ik het in het glas schonk.
Synoniem:
2.
op niets uitlopen, verflauwen
end or fail in a weak or disappointing way
Voorbeeld:
•
The grand plans for the new project fizzled out.
De grootse plannen voor het nieuwe project liepen op niets uit.
•
Their enthusiasm quickly fizzled when they realized the amount of work involved.
Hun enthousiasme verflauwde snel toen ze de hoeveelheid werk realiseerden.
Zelfstandig Naamwoord
1.
gesis, mislukking
a sizzling or hissing sound
Voorbeeld:
•
We heard a faint fizzle from the old radio.
We hoorden een zacht gesis uit de oude radio.
•
The sudden fizzle of the fireworks disappointed the crowd.
Het plotselinge uitdoven van het vuurwerk stelde de menigte teleur.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: