balanced
US /ˈbæl.ənst/
UK /ˈbæl.ənst/
1.
uitgebalanceerd, evenwichtig
arranged in a way that allows for stability; evenly distributed
:
•
The artist created a perfectly balanced sculpture.
De kunstenaar creëerde een perfect uitgebalanceerd beeldhouwwerk.
•
Make sure the load is balanced on both sides of the truck.
Zorg ervoor dat de lading uitgebalanceerd is aan beide zijden van de vrachtwagen.
2.
evenwichtig, onpartijdig
considering all sides or aspects fairly; impartial
:
•
The news report provided a balanced view of the political debate.
Het nieuwsbericht gaf een evenwichtige kijk op het politieke debat.
•
She always tries to give a balanced opinion, considering all arguments.
Ze probeert altijd een evenwichtige mening te geven, rekening houdend met alle argumenten.
3.
uitgebalanceerd, evenredig
having all necessary or desirable elements in the correct proportions
:
•
A balanced diet is essential for good health.
Een uitgebalanceerd dieet is essentieel voor een goede gezondheid.
•
The team has a balanced mix of experienced players and young talent.
Het team heeft een uitgebalanceerde mix van ervaren spelers en jong talent.