Betekenis van het woord balance in het Nederlands
Wat betekent balance in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
balance
US /ˈbæl.əns/
UK /ˈbæl.əns/

Zelfstandig Naamwoord
1.
evenwicht
an even distribution of weight enabling someone or something to remain upright and steady
Voorbeeld:
•
She lost her balance and fell.
Ze verloor haar evenwicht en viel.
•
The tightrope walker maintained perfect balance.
De koorddanser behield perfect evenwicht.
2.
balans, evenwicht
a situation in which different elements are equal or in the correct proportions
Voorbeeld:
•
We need to find a balance between work and leisure.
We moeten een balans vinden tussen werk en vrije tijd.
•
The ecosystem maintains a delicate balance.
Het ecosysteem handhaaft een delicaat evenwicht.
3.
saldo
an amount of money in a bank account
Voorbeeld:
•
Check your account balance regularly.
Controleer regelmatig uw rekeningsaldo.
•
My current balance is insufficient for this purchase.
Mijn huidige saldo is onvoldoende voor deze aankoop.
Synoniem:
Werkwoord
1.
balanceren, in evenwicht houden
to put (something) in a steady position so that it does not fall
Voorbeeld:
•
Can you help me balance this ladder?
Kun je me helpen deze ladder te balanceren?
•
He carefully balanced the book on his head.
Hij balanceerde voorzichtig het boek op zijn hoofd.
2.
balanceren, afwegen
to compare the relative importance of (two or more contrasting elements)
Voorbeeld:
•
You need to balance your diet with exercise.
Je moet je dieet balanceren met lichaamsbeweging.
•
The committee tried to balance the needs of all stakeholders.
De commissie probeerde de behoeften van alle belanghebbenden te balanceren.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland