add

US /æd/
UK /æd/
"add" picture
1.

toevoegen, optellen

to join (something) to something else so as to increase the size, number, or amount

:
•
Please add your name to the list.
Gelieve uw naam aan de lijst toe te voegen.
•
You need to add more sugar to the cake batter.
Je moet meer suiker aan het cakedeeg toevoegen.
:
includeappendannexattachjoin
2.

optellen, berekenen

to put numbers or amounts together to get a total

:
•
Can you add these figures for me?
Kun je deze cijfers voor mij optellen?
•
If you add 5 and 3, you get 8.
Als je 5 en 3 optelt, krijg je 8.
:
calculatetotalsumcompute
3.

toevoegen, vervolgen

to say something more; to continue speaking

:
•
"And what's more," she added, "he never even apologized."
"En wat meer is," voegde ze toe, "hij heeft zelfs nooit zijn excuses aangeboden."
•
He paused for a moment, then added, "I'm really tired."
Hij pauzeerde even, en voegde toen toe: "Ik ben echt moe."
:
state furthercomment furtherremark furthergo on to say
:
add upadd up toadd fuel to the fireadd insult to injury