turn up
US /tɜːrn ʌp/
UK /tɜːrn ʌp/

1.
opdagen, verschijnen
to arrive or appear, especially unexpectedly or after being lost
:
•
He didn't turn up for the meeting.
Hij kwam niet opdagen voor de vergadering.
•
Don't worry, your lost keys will eventually turn up.
Maak je geen zorgen, je verloren sleutels zullen uiteindelijk opduiken.
2.
harder zetten, verhogen
to increase the volume, strength, or intensity of something
:
•
Can you turn up the music? I can barely hear it.
Kun je de muziek harder zetten? Ik hoor het nauwelijks.
•
Turn up the heat, it's getting cold in here.
Zet de verwarming hoger, het wordt koud hier.