turning

US /ˈtɝː.nɪŋ/
UK /ˈtɝː.nɪŋ/
"turning" picture
1.

draai, bocht, verandering

the action or process of changing direction or position

:
•
The car made a sharp turning at the corner.
De auto maakte een scherpe bocht om de hoek.
•
The turning of the leaves signals autumn.
Het verkleuren van de bladeren kondigt de herfst aan.
:
rotationpivotveerbendcurve
1.

draaiend, kerend

moving in a circular direction around an axis or center

:
•
The Earth is constantly turning on its axis.
De aarde draait voortdurend om haar as.
•
The key was turning in the lock.
De sleutel draaide in het slot.
:
rotatingspinningrevolvingpivoting
2.

veranderend, wordend

changing or converting from one state or form to another

:
•
The caterpillar is turning into a butterfly.
De rups is aan het veranderen in een vlinder.
•
The weather is turning colder.
Het weer wordt kouder.
:
changingtransformingconvertingbecoming
:
turnturn onturn toturn inturn intoturn rightturn left