emerge
US /ɪˈmɝːdʒ/
UK /ɪˈmɝːdʒ/

1.
tevoorschijn komen, opduiken
to come out into view from concealment
:
•
The sun emerged from behind the clouds.
De zon kwam tevoorschijn achter de wolken vandaan.
•
A new leader emerged from the political crisis.
Een nieuwe leider kwam voort uit de politieke crisis.
2.
bekend worden, aan het licht komen
to become known or apparent
:
•
The truth finally emerged after a long investigation.
De waarheid kwam uiteindelijk aan het licht na een lang onderzoek.
•
New problems emerged as the project progressed.
Nieuwe problemen kwamen naar voren naarmate het project vorderde.