trample

US /ˈtræm.pəl/
UK /ˈtræm.pəl/
"trample" picture
1.

vertrappen, verpletteren

tread on and crush

:
•
The crowd trampled the flowers in the garden.
De menigte vertrapte de bloemen in de tuin.
•
Be careful not to trample the small plants.
Pas op dat je de kleine plantjes niet vertrapt.
:
crushstomptread onflattensquash
2.

vertrappen, negeren

treat with contempt or disregard

:
•
He felt his rights were being trampled upon.
Hij voelde dat zijn rechten werden vertrapt.
•
The new policy seems to trample on individual freedoms.
Het nieuwe beleid lijkt individuele vrijheden te vertrappen.
:
disregardviolateinfringeabuseoppress
1.

getrappel, verplettering

the act of treading on and crushing something

:
•
The sudden trample of hooves shook the ground.
Het plotselinge getrappel van hoeven deed de grond schudden.
•
Avoid the trample of the crowd during the rush hour.
Vermijd het getrappel van de menigte tijdens de spits.
:
stomptreadcrushsquash