Betekenis van het woord trail in het Nederlands
Wat betekent trail in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
trail
US /treɪl/
UK /treɪl/

Zelfstandig Naamwoord
1.
pad, spoor
a path or track made across a wild or rough region
Voorbeeld:
•
The hikers followed the narrow trail through the forest.
De wandelaars volgden het smalle pad door het bos.
•
We found a deer trail leading to the river.
We vonden een hertenspoor dat naar de rivier leidde.
2.
spoor, sporen
a mark or a series of marks left by a person, animal, or thing as it moves along
Voorbeeld:
•
The car left a trail of oil on the driveway.
De auto liet een spoor van olie achter op de oprit.
•
A long trail of smoke rose from the chimney.
Een lange rookpluim steeg op uit de schoorsteen.
Werkwoord
1.
volgen, sporen
to follow a person or animal by looking for marks or signs that they have left behind
Voorbeeld:
•
The police tried to trail the suspect through the city.
De politie probeerde de verdachte door de stad te volgen.
•
The dogs were trained to trail the scent of lost people.
De honden waren getraind om het spoor van vermiste personen te volgen.
2.
slepen, wapperen
to drag or stream behind something or someone
Voorbeeld:
•
Her long dress trailed on the ground as she walked.
Haar lange jurk sleepte over de grond terwijl ze liep.
•
The kite's tail trailed gracefully in the wind.
De staart van de vlieger wapperde gracieus in de wind.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: