hang

US /hæŋ/
UK /hæŋ/
"hang" picture
1.

hangen, ophangen

suspend or be suspended from above with the lower part dangling free

:
She decided to hang the painting in the living room.
Ze besloot het schilderij in de woonkamer op te hangen.
The wet clothes were left to hang on the line.
De natte kleren werden te drogen gehangen aan de lijn.
2.

ophangen, verhangen

kill (someone) by tying a rope attached from above around the neck and removing the support from below

:
In ancient times, criminals were often sentenced to hang.
In de oudheid werden criminelen vaak veroordeeld tot ophanging.
The outlaw was captured and sentenced to hang at dawn.
De vogelvrije werd gevangengenomen en veroordeeld om bij zonsopgang te hangen.
1.

val, ophanging

the way in which something hangs or is hung

:
She adjusted the hang of the curtains.
Ze paste de val van de gordijnen aan.
The dress had a beautiful hang.
De jurk had een mooie val.