to get up
US /tə ˈɡet ʌp/
UK /tə ˈɡet ʌp/

1.
2.
3.
opzetten, organiseren
to organize or arrange something
:
•
We need to get up a new committee to handle this issue.
We moeten een nieuwe commissie opzetten om dit probleem aan te pakken.
•
They managed to get up a small exhibition in a week.
Ze slaagden erin om in een week een kleine tentoonstelling op te zetten.