thin
US /θɪn/
UK /θɪn/

1.
2.
1.
verdunnen, uitdunnen
make or become less thick, dense, or concentrated
:
•
You need to thin the paint with a little water.
Je moet de verf verdunnen met een beetje water.
•
The crowd began to thin out as the rain started.
De menigte begon uit te dunnen toen de regen begon.