take up with
US /teɪk ʌp wɪð/
UK /teɪk ʌp wɪð/
1.
omgaan met, zich inlaten met
to become friends with someone, especially someone who is considered to be a bad influence
:
•
She's started taking up with a new crowd, and I'm worried about her.
Ze is begonnen om te gaan met een nieuwe groep, en ik maak me zorgen om haar.
•
I wish he wouldn't take up with those troublemakers.
Ik wou dat hij niet omging met die onruststokers.
2.
behandelen, bespreken
to begin to deal with or discuss something
:
•
We need to take up with the manager about the new policy.
We moeten het opnemen met de manager over het nieuwe beleid.
•
The committee will take up with the issue at their next meeting.
De commissie zal de kwestie behandelen op hun volgende vergadering.