stand-off
US /ˈstænd.ɔːf/
UK /ˈstænd.ɔːf/

1.
patstelling, impasse, confrontatie
a deadlock between two equally matched opponents in a dispute or conflict
:
•
The negotiations ended in a stand-off, with neither side willing to compromise.
De onderhandelingen eindigden in een patstelling, waarbij geen van beide partijen bereid was tot compromissen.
•
Police were involved in a tense stand-off with the armed suspect.
De politie was betrokken bij een gespannen patstelling met de gewapende verdachte.