Betekenis van het woord staff in het Nederlands

Wat betekent staff in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

staff

US /stæf/
UK /stæf/
"staff" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

personeel, staf

all the people employed by a particular organization

Voorbeeld:
The hospital staff worked tirelessly during the pandemic.
Het ziekenhuispersoneel werkte onvermoeibaar tijdens de pandemie.
We need to hire more teaching staff for the new academic year.
We moeten meer onderwijspersoneel aannemen voor het nieuwe academische jaar.
2.

staf, stok

a long stick used as a support, a weapon, or a symbol of authority

Voorbeeld:
The old man walked with a wooden staff.
De oude man liep met een houten staf.
The wizard carried a magical staff.
De tovenaar droeg een magische staf.

Werkwoord

1.

bemannen, personeel leveren

to provide an organization or project with a group of people to work on it

Voorbeeld:
The company decided to staff the new department with experienced professionals.
Het bedrijf besloot de nieuwe afdeling te bemannen met ervaren professionals.
We need to staff the event with enough volunteers to ensure its success.
We moeten het evenement bemannen met voldoende vrijwilligers om het succes ervan te garanderen.
Leer dit woord op Lingoland