Betekenis van het woord speech in het Nederlands
Wat betekent speech in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
speech
US /spiːtʃ/
UK /spiːtʃ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
spraak, spreekvermogen
the expression of or the ability to express thoughts and feelings by articulate sounds
Voorbeeld:
•
He lost his speech after the accident.
Hij verloor zijn spraakvermogen na het ongeluk.
•
Freedom of speech is a fundamental right.
Vrijheid van meningsuiting is een fundamenteel recht.
2.
toespraak, rede
a formal address or discourse delivered to an audience
Voorbeeld:
•
The president delivered a powerful speech.
De president hield een krachtige toespraak.
•
Her farewell speech moved everyone to tears.
Haar afscheidsrede ontroerde iedereen tot tranen toe.
Leer dit woord op Lingoland