discourse
US /ˈdɪs.kɔːrs/
UK /ˈdɪs.kɔːrs/

1.
discours, verhandeling, gesprek
written or spoken communication or debate
:
•
The political discourse has become increasingly polarized.
Het politieke discours is steeds gepolariseerder geworden.
•
Her academic discourse on the topic was highly insightful.
Haar academische verhandeling over het onderwerp was zeer inzichtelijk.
1.
discussiëren, uitweiden, verhandelen
to speak or write authoritatively about a topic
:
•
The professor will discourse on the history of philosophy.
De professor zal uitweiden over de geschiedenis van de filosofie.
•
He likes to discourse at length on his favorite subjects.
Hij houdt ervan om uitgebreid te discussiëren over zijn favoriete onderwerpen.