soaring

US /ˈsɔːr.ɪŋ/
UK /ˈsɔːr.ɪŋ/
"soaring" picture
1.

zwevend, stijgend

flying or rising high in the air

:
The eagle was soaring above the mountains.
De adelaar zweefde boven de bergen.
We watched the hot air balloon soaring into the sky.
We keken hoe de heteluchtballon de lucht in zweefde.
2.

snel stijgend, omhoogschietend

increasing rapidly above the usual level

:
The company's profits are soaring this quarter.
De winst van het bedrijf stijgt dit kwartaal enorm.
Inflation is soaring, making everything more expensive.
De inflatie stijgt, waardoor alles duurder wordt.
1.

zweven, stijgen

the action of flying or rising high in the air

:
The bird's graceful soaring was a beautiful sight.
Het gracieuze zweven van de vogel was een prachtig gezicht.
The glider achieved impressive soaring heights.
De zweefvlieger bereikte indrukwekkende zweefhoogtes.