sleek
US /sliːk/
UK /sliːk/

1.
2.
elegant, verfijnd
(of a person) well-groomed and sophisticated
:
•
He looked very sleek in his new suit.
Hij zag er erg elegant uit in zijn nieuwe pak.
•
The company's new CEO is a sleek and confident leader.
De nieuwe CEO van het bedrijf is een elegante en zelfverzekerde leider.
3.
gestroomlijnd, elegant, efficiënt
(of a machine or design) elegantly shaped and efficient
:
•
The new car has a very sleek design.
De nieuwe auto heeft een zeer gestroomlijnd ontwerp.
•
The smartphone's sleek profile makes it easy to hold.
Het slanke profiel van de smartphone maakt hem gemakkelijk vast te houden.