comb

US /koʊm/
UK /koʊm/
"comb" picture
1.

kam

a strip of plastic, metal, or wood with a row of narrow teeth, used for untangling or arranging the hair

:
She ran a comb through her tangled hair.
Ze haalde een kam door haar verwarde haar.
He keeps a small comb in his back pocket.
Hij bewaart een kleine kam in zijn achterzak.
2.

kam

a fleshy, usually red, crest on the head of a fowl, especially a rooster

:
The rooster had a large, bright red comb.
De haan had een grote, felrode kam.
The hen's comb was much smaller than the rooster's.
De kam van de kip was veel kleiner dan die van de haan.
1.

kammen

untangle or arrange (hair) with a comb

:
She carefully combed her daughter's long hair.
Ze kamde voorzichtig het lange haar van haar dochter.
He always combs his hair before leaving the house.
Hij kamt altijd zijn haar voordat hij het huis verlaat.
2.

doorzoeken, uitkammen

search thoroughly

:
The police combed the area for clues.
De politie kamde het gebied uit op zoek naar aanwijzingen.
We had to comb through hundreds of documents to find the information.
We moesten honderden documenten doorzoeken om de informatie te vinden.