Betekenis van het woord shepherd in het Nederlands

Wat betekent shepherd in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

shepherd

US /ˈʃep.ɚd/
UK /ˈʃep.ɚd/
"shepherd" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

herder

a person who herds, tends, and guards sheep

Voorbeeld:
The shepherd led his flock to fresh pastures.
De herder leidde zijn kudde naar verse weiden.
A good shepherd protects his sheep from wolves.
Een goede herder beschermt zijn schapen tegen wolven.
2.

gids, leider

a person who guides or directs others

Voorbeeld:
The teacher acted as a shepherd, guiding her students through the complex project.
De leraar fungeerde als een gids, die haar studenten door het complexe project leidde.
He was the shepherd of his community, always looking out for their well-being.
Hij was de leider van zijn gemeenschap, altijd bezorgd om hun welzijn.

Werkwoord

1.

leiden, begeleiden

to guide or direct (a group of people or animals)

Voorbeeld:
The tour guide expertly shepherded the large group through the crowded museum.
De gids leidde de grote groep vakkundig door het drukke museum.
It was his job to shepherd the new recruits through their training.
Het was zijn taak om de nieuwe rekruten door hun training te leiden.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: