run through
US /rʌn θruː/
UK /rʌn θruː/

1.
doornemen, doorlopen
to quickly read, check, or practice something
:
•
Let's run through the presentation one more time.
Laten we de presentatie nog één keer doornemen.
•
Can you run through the details of the plan?
Kun je de details van het plan doornemen?
2.
erdoorheen jagen, verbruiken
to use up or spend a large amount of money or resources quickly
:
•
He managed to run through his entire inheritance in just a few years.
Hij slaagde erin zijn hele erfenis in slechts een paar jaar erdoorheen te jagen.
•
The company quickly ran through its emergency funds.
Het bedrijf verbruikte snel zijn noodfondsen.