run past
US /rʌn pæst/
UK /rʌn pæst/

1.
bespreken met, voorleggen aan
to tell someone about an idea or plan so that they can give you their opinion on it
:
•
Can I run this idea past you before I present it to the team?
Kan ik dit idee even met je bespreken voordat ik het aan het team presenteer?
•
He wanted to run past his proposal with his manager.
Hij wilde zijn voorstel met zijn manager bespreken.