paste
US /peɪst/
UK /peɪst/
1.
pasta, brij
a thick, soft, moist substance, typically produced by mixing a dry powder with a liquid
:
•
Mix the flour with water to form a smooth paste.
Meng de bloem met water om een gladde pasta te vormen.
•
Toothpaste is essential for dental hygiene.
Tandpasta is essentieel voor mondhygiëne.
2.
lijm, plaksel
an adhesive substance used for sticking things together
:
•
He used a strong paste to fix the broken vase.
Hij gebruikte een sterke lijm om de gebroken vaas te repareren.
•
The wallpaper was applied with a special adhesive paste.
Het behang werd aangebracht met een speciale lijmpasta.
1.
2.
plakken, invoegen
to insert (text or other data) into a document or file from another place
:
•
You can copy and paste the text into your document.
U kunt de tekst kopiëren en plakken in uw document.
•
He used the shortcut Ctrl+V to paste the content.
Hij gebruikte de sneltoets Ctrl+V om de inhoud te plakken.