run-down

US /ˌrʌnˈdaʊn/
UK /ˌrʌnˈdaʊn/
"run-down" picture
1.

vervallen, verwaarloosd

in a poor or neglected state of repair or condition

:
The old house was completely run-down.
Het oude huis was volledig vervallen.
The neighborhood has become quite run-down over the years.
De buurt is in de loop der jaren behoorlijk vervallen geraakt.
2.

uitgeput, futloos

tired and unwell; in poor health

:
After working all night, he felt completely run-down.
Na de hele nacht gewerkt te hebben, voelde hij zich volledig uitgeput.
She's been feeling a bit run-down lately and needs a break.
Ze voelt zich de laatste tijd een beetje futloos en heeft een pauze nodig.