riot

US /ˈraɪ.ət/
UK /ˈraɪ.ət/
"riot" picture
1.

rel, oproer

a violent disturbance of the peace by a crowd

:
The police were called to control the riot.
De politie werd opgeroepen om de rellen te beheersen.
Several people were injured during the street riot.
Verschillende mensen raakten gewond tijdens de straatrellen.
2.

uitbundigheid, hilariteit

an impressively large or varied display of something

:
The garden was a riot of color in spring.
De tuin was een uitbundigheid van kleur in de lente.
The comedian's jokes were a riot.
De grappen van de komiek waren een hilariteit.
1.

rellen, oproer maken

take part in a riot

:
The prisoners began to riot after the announcement.
De gevangenen begonnen te rellen na de aankondiging.
Students threatened to riot if their demands were not met.
Studenten dreigden te rellen als hun eisen niet werden ingewilligd.