regime

US /reɪˈʒiːm/
UK /reɪˈʒiːm/
"regime" picture
1.

regime, bewind

a government, especially an authoritarian one

:
The military regime suppressed all dissent.
Het militaire regime onderdrukte alle afwijkende meningen.
The old regime was overthrown by a popular uprising.
Het oude regime werd omvergeworpen door een volksopstand.
2.

regime, systeem

a system or planned way of doing things, especially one imposed from above

:
He's on a strict exercise regime.
Hij volgt een strikt trainingsregime.
The company implemented a new security regime.
Het bedrijf implementeerde een nieuw veiligheidsregime.