proposition

US /ˌprɑː.pəˈzɪʃ.ən/
UK /ˌprɑː.pəˈzɪʃ.ən/
"proposition" picture
1.

stelling, propositie, bewering

a statement or assertion that expresses a judgment or opinion

:
The scientist presented a new proposition about the origin of the universe.
De wetenschapper presenteerde een nieuwe stelling over het ontstaan van het universum.
His latest book explores the proposition that art can change society.
Zijn nieuwste boek onderzoekt de stelling dat kunst de samenleving kan veranderen.
2.

voorstel, aanbod, plan

a plan or scheme, especially a business one

:
The company received a lucrative proposition from an overseas investor.
Het bedrijf ontving een lucratieve propositie van een buitenlandse investeerder.
They are considering a new business proposition to expand into new markets.
Ze overwegen een nieuwe zakelijke propositie om uit te breiden naar nieuwe markten.
3.

zaak, persoon, uitdaging

a person or thing to be dealt with or considered

:
Dealing with the new regulations is a tough proposition.
Omgaan met de nieuwe regelgeving is een lastige zaak.
He's a difficult proposition to work with.
Hij is een moeilijke persoon om mee samen te werken.
1.

voorstellen, aanbieden

to make an offer or suggestion to someone

:
He decided to proposition his boss for a raise.
Hij besloot zijn baas een loonsverhoging te voorstellen.
The agent propositioned the actor for a new movie role.
De agent stelde de acteur een nieuwe filmrol voor.