pointed

US /ˈpɔɪn.t̬ɪd/
UK /ˈpɔɪn.t̬ɪd/
"pointed" picture
1.

puntig, scherp

having a sharpened or tapered tip or end

:
•
The pencil had a very pointed tip.
Het potlood had een zeer puntige punt.
•
She wore shoes with pointed toes.
Ze droeg schoenen met puntige neuzen.
:
sharptaperedspiked
:
bluntrounded
2.

gericht, veelzeggend

(of a remark or look) directed at or referring to a particular person or thing, often in a critical or accusatory way

:
•
He made a pointed comment about her tardiness.
Hij maakte een gerichte opmerking over haar traagheid.
•
She gave him a pointed look, indicating her disapproval.
Ze gaf hem een veelzeggende blik, wat haar afkeuring aangaf.
:
directpointedexplicittellingsignificant
:
vaguegeneral
1.

wees, aangewezen

past simple and past participle of point

:
•
He pointed to the map to show us the way.
Hij wees naar de kaart om ons de weg te wijzen.
•
The dog pointed at the bird in the bush.
De hond wees naar de vogel in de struik.
:
pointingpointepointpoint topoint outexclamation pointfreezing point