pointing
US /ˈpɔɪn.t̬ɪŋ/
UK /ˈpɔɪn.t̬ɪŋ/

1.
wijzen, aanwijzing
the action of extending one's finger or an object to indicate a direction, position, or object
:
•
His pointing gesture clearly showed the way.
Zijn wijzende gebaar toonde duidelijk de weg.
•
The police officer's pointing directed traffic.
Het wijzen van de politieagent regelde het verkeer.
1.
wijzend, aanwijzend
directing attention to something with a finger or other object
:
•
He was pointing at the distant mountain.
Hij was aan het wijzen naar de verre berg.
•
The compass needle was pointing north.
De kompasnaald wees naar het noorden.