permit

US /pɚˈmɪt/
UK /pɚˈmɪt/
"permit" picture
1.

vergunning, toestemming

an official document giving someone authorization to do something

:
You need a permit to park here.
Je hebt een vergunning nodig om hier te parkeren.
They applied for a building permit.
Ze vroegen een bouwvergunning aan.
1.

toestaan, vergunnen

give authorization or permission for (something) to happen

:
The rules do not permit smoking indoors.
De regels staan roken binnenshuis niet toe.
His health would not permit him to travel.
Zijn gezondheid zou hem niet toestaan te reizen.