pass-fail
US /ˈpæs.feɪl/
UK /ˈpæs.feɪl/
1.
voldoende-onvoldoende, pass-fail systeem
a system of grading in which a student receives either a passing grade or a failing grade, without more specific distinctions
:
•
Many universities offer some courses on a pass-fail basis.
Veel universiteiten bieden sommige cursussen aan op voldoende-onvoldoende basis.
•
I prefer pass-fail grading for elective courses.
Ik geef de voorkeur aan voldoende-onvoldoende beoordeling voor keuzevakken.