failed

US /feɪld/
UK /feɪld/
"failed" picture
1.

mislukt, gefalied

not achieving success in a particular activity or endeavor

:
The experiment was a failed attempt to create a new material.
Het experiment was een mislukte poging om een nieuw materiaal te creëren.
He felt like a failed artist after his exhibition received poor reviews.
Hij voelde zich een mislukte kunstenaar nadat zijn tentoonstelling slechte recensies kreeg.
1.

faalde, mislukte

did not succeed in achieving something

:
She failed to complete the marathon due to an injury.
Ze faalde de marathon te voltooien vanwege een blessure.
The company failed to meet its sales targets this quarter.
Het bedrijf faalde om zijn verkoopdoelstellingen dit kwartaal te halen.
1.

begeven, stoppen met werken

having stopped working properly

:
The old engine finally failed after years of service.
De oude motor begeeft het uiteindelijk na jaren van dienst.
His heart failed during the surgery.
Zijn hart stopte tijdens de operatie.