outline
US /ˈaʊt.laɪn/
UK /ˈaʊt.laɪn/
1.
schets, overzicht, hoofdlijnen
a general description or plan giving the essential features of something but not the detail
:
•
He drew an outline of the proposed building.
Hij tekende een schets van het voorgestelde gebouw.
•
The professor gave us an outline of the course.
De professor gaf ons een overzicht van de cursus.
2.
omtrek, contour, silhouet
the line by which a body or figure is defined or bounded
:
•
The mountain's sharp outline was visible against the sky.
De scherpe omtrek van de berg was zichtbaar tegen de lucht.
•
She traced the outline of the leaf with her finger.
Ze volgde de omtrek van het blad met haar vinger.
1.
schetsen, omlijnen, aftekenen
draw, trace, or define the outer edge or shape of (something)
:
•
The artist carefully outlined the figure before adding color.
De kunstenaar schetste de figuur zorgvuldig voordat hij kleur toevoegde.
•
The trees were clearly outlined against the bright sky.
De bomen waren duidelijk afgetekend tegen de heldere lucht.
2.
schetsen, uiteenzetten, samenvatten
give a general description of (something), indicating only the most important features without going into detail
:
•
The speaker outlined the main points of the proposal.
De spreker schetste de hoofdpunten van het voorstel.
•
The report outlined the challenges facing the industry.
Het rapport schetste de uitdagingen waarmee de industrie wordt geconfronteerd.