summarize

US /ˈsʌm.ə.raɪz/
UK /ˈsʌm.ə.raɪz/
"summarize" picture
1.

samenvatten, resumeren

give a brief statement of the main points of (something).

:
He summarized the key findings of the report.
Hij vatte de belangrijkste bevindingen van het rapport samen.
Can you summarize the article for me?
Kun je het artikel voor mij samenvatten?