mix it up
US /mɪks ɪt ʌp/
UK /mɪks ɪt ʌp/

1.
het aanleggen, vechten
to fight or argue with someone
:
•
He's always ready to mix it up with anyone who challenges him.
Hij is altijd klaar om het aan te leggen met iedereen die hem uitdaagt.
•
The two teams started to mix it up on the field after a foul.
De twee teams begonnen het met elkaar aan te leggen op het veld na een overtreding.
2.
afwisselen, variëren
to vary or change things to make them more interesting or effective
:
•
You should mix it up a bit in your workout routine to avoid boredom.
Je moet je trainingsroutine een beetje afwisselen om verveling te voorkomen.
•
The director decided to mix it up by casting an unknown actor in the lead role.
De regisseur besloot het anders aan te pakken door een onbekende acteur in de hoofdrol te casten.