vary

US /ˈver.i/
UK /ˈver.i/
"vary" picture
1.

variëren, verschillen

differ in size, amount, degree, or nature from something else of the same general class

:
The prices of flights vary depending on the season.
De prijzen van vluchten variëren afhankelijk van het seizoen.
Her mood can vary from joyful to sad very quickly.
Haar humeur kan heel snel variëren van vrolijk tot verdrietig.
2.

variëren, aanpassen

to introduce modifications or changes into (something) so as to make it different from what it was

:
You can vary the recipe by adding different spices.
Je kunt het recept variëren door verschillende kruiden toe te voegen.
The artist likes to vary his techniques in each painting.
De kunstenaar houdt ervan om zijn technieken in elk schilderij te variëren.