mix

US /mɪks/
UK /mɪks/
"mix" picture
1.

mengen, mixen

combine or put together to form one substance or mass

:
•
Mix the flour and water to make a dough.
Meng de bloem en het water om een deeg te maken.
•
He likes to mix different genres of music.
Hij houdt ervan om verschillende muziekgenres te mixen.
:
blendcombinemingleintermixcommingle
2.

mengen, socialiseren

interact or socialize with others

:
•
She doesn't like to mix with strangers.
Ze houdt er niet van om zich te mengen met vreemden.
•
It's good to mix with people from different backgrounds.
Het is goed om je te mengen met mensen van verschillende achtergronden.
:
socializeinteractmingleassociatefraternize
1.

mix, mengsel

a combination of different things

:
•
The song is a mix of pop and rock.
Het nummer is een mix van pop en rock.
•
The party was a good mix of old and new friends.
Het feest was een goede mix van oude en nieuwe vrienden.
:
blendmixturecombinationamalgamcomposite
:
mixedmix-upmixing bowlmix it upmixed drinkmixed grillmixed doubles