leave behind
US /liːv bɪˈhaɪnd/
UK /liːv bɪˈhaɪnd/
1.
achterlaten, vergeten
to not take something or someone with you when you go
:
•
Don't leave behind your passport when you travel.
Vergeet je paspoort niet mee te nemen als je reist.
•
She accidentally left behind her umbrella at the restaurant.
Ze heeft per ongeluk haar paraplu achtergelaten in het restaurant.
2.
achterlaten, nalaten
to cause something to remain after one's departure or death
:
•
The war left behind a legacy of destruction.
De oorlog liet een erfenis van vernietiging achter.
•
His research left behind a significant impact on the scientific community.
Zijn onderzoek liet een aanzienlijke impact achter op de wetenschappelijke gemeenschap.
3.
achter zich laten, overtreffen
to surpass or outpace someone or something
:
•
The new technology will quickly leave behind older methods.
De nieuwe technologie zal oudere methoden snel achter zich laten.
•
She trained hard to leave behind her competitors in the race.
Ze trainde hard om haar concurrenten in de race achter zich te laten.