outpace
US /ˌaʊtˈpeɪs/
UK /ˌaʊtˈpeɪs/

1.
overtreffen, vooruitlopen op
go faster than; outstrip
:
•
The company's growth continues to outpace its competitors.
De groei van het bedrijf blijft zijn concurrenten overtreffen.
•
Technological advancements often outpace regulatory frameworks.
Technologische vooruitgang overtreft vaak de regelgevende kaders.