Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord kiss in het Nederlands

Wat betekent kiss in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

kiss

US /kɪs/
UK /kɪs/
"kiss" picture

Werkwoord

1.

kussen

touch with the lips as a sign of love, sexual desire, or greeting

Voorbeeld:
•
He leaned in to kiss her softly on the cheek.
Hij boog zich voorover om haar zachtjes op de wang te kussen.
•
They kissed goodbye at the airport.
Ze kusten elkaar gedag op het vliegveld.
Synoniem:
pecksmoochosculate
2.

licht aanraken, strelen

touch lightly or gently

Voorbeeld:
•
The waves gently kissed the shore.
De golven kusten zachtjes de kust.
•
The branches kissed the window pane in the breeze.
De takken raakten zachtjes het raamkozijn in de bries.
Synoniem:
touchbrushgrazeskim

Zelfstandig Naamwoord

1.

kus

a touch with the lips

Voorbeeld:
•
She gave him a quick kiss on the cheek.
Ze gaf hem een snelle kus op de wang.
•
Their first kiss was unforgettable.
Hun eerste kus was onvergetelijk.
Synoniem:
pecksmoochosculation
Leer dit woord op Lingoland