jump on
US /dʒʌmp ɑn/
UK /dʒʌmp ɑn/

1.
aanvallen, bekritiseren
to criticize someone suddenly and severely
:
•
My boss tends to jump on me for every small mistake.
Mijn baas heeft de neiging om me aan te vallen voor elke kleine fout.
•
Don't jump on him, he's already upset.
Val hem niet aan, hij is al van streek.
2.
aangrijpen, omarmen
to eagerly accept an opportunity or idea
:
•
They were quick to jump on the new business opportunity.
Ze waren er snel bij om de nieuwe zakelijke kans aan te grijpen.
•
Everyone will jump on that idea if it's good.
Iedereen zal die idee omarmen als het goed is.